maandag 24 juni 2013

Nocturne


Zachtjes beroerend bewegen
Uitdeinende zoektocht
Vormend ontvormend
Vermengen

Innige verstrengeling kleurend
Timbre toon
Vloeiend Vlieten
nocturne
               

                          Mykey

zondag 23 juni 2013

wen'ding


Je hebt je naar het licht gewend
Onschuldig, rein en vredig
Oh wat was ik zo verwend
Je liefde vol & ledig

Mijn bloed gaat sneller stromen
In de schaduw van uw zicht
Uit herinnering en dromen 
Waar nu het duister dicht

                                              Mykey 


feest in 't straat

De donder roffelt  maat
Maten  canon’en hun stem
Stemmig feest in  straat
Stratosferische gezwerm

Druppels droppen saam
Saamhorig swingt leut met liefde
Liefdevol stralend in ’t kraam
Kramende kracht geriefde

Rijkt door zon die straalt
Stralend spiegelt ze tinten
Tintelige kleuren kraalt
Kraal van vreugdegezinten.

                                  Mykey

vrijdag 21 juni 2013

zonnew'ende

Teder rijkt de zon
Licht,  wiegend omarmend
Hartsterkend verwarmend
Zijde stralende cocon

De hemel zindert animo
Bezwangert jolige leut
Dra wordt elkeen teut
Van liefde in fortissimo

Laat ons dansen, lachen, zingen
Delen,  spelen,  strelen
Samen rituelen
Gelukzaligheid bedingen

Laat ons stoeien, groeien, bloeien
Stromen, bomen en dromen
tot wasdom komen
laat de vreugde vloeien

Als  de zon de ether bloost
En  de vuren vlammen
Gaan we lekker jammen
Tot de dag verpoost

Wijl sterren lonkend kwinken
Met een vleugje seizoenmoed
Springen we doorheen de gloed
Hoor midzomer klinken


                                   Mykey

zaterdag 8 juni 2013

Wat is dat vreemd gevoel

Niemand weet wat morgen brengen zal 
En gisteren is verleden
Wat rest is er het heden
Als nieuwetijdsinterval


Alles lijkt gelaagd
Gesluierd door het duister 

Kan ik, wat ‘t me vraagt 
Wat hoor ik voor gefluister

En wat is dat vreemd gevoel 
Zo overweldigend van binnen 
Zo overstijgend en zo zwoel 
Het lijkt wel buiten zinnen

Zoveel moois wat je hebt gebracht 
Ondanks het leed geleden
En met de tranenzeden
Het harde heeft verzacht


Je hielp me van me houden 
Al was ik vaak hardleers
En zocht ik donkerwouden 

Je gaf me immer teers

Oh wat is dat vreemd gevoel 
Zo overweldigend van binnen 
Zo overstijgend en zo zwoel 
Het lijkt wel buiten zinnen

Je hielp me worden wie ik ben 
Oneindig kansen gevend
Zo werd ik langzaam levend 

En een lieverlachse fan

Je hielp me vleugels bouwen 
Met tintelteer genot
Me intentioneel ontvouwen 

Het grote hartelot

Oh wat is dat vreemd gevoel 
Zo’n overweldigende klank
Zo overstijgend en zo zwoel 

Het is mijn welgemeende dank 

Mykey (< Onderweg)

contact


Hoor je de harpmuziek 
Verklanken als een sterre
de zoetgevooisd’ ethiek
heel dicht en toch weer verre.


De één, van oerbegin tot einde 
De goddelijke wil
Van root en verder deinend 

Verwordend tot nihil

Daar ontstaat vertrouwlijkheid 
Zich sacraal verbindend
Met liefdevolle wijsheid
Zacht zijn kruin ontwindend


En dra onstpruit de derde straal 
En opent onze ogen
Als onz heil'ge graal
Schenkt z’ons mededogen


Het uiten als verbindingsdeel 
harmonische katalisatie
In contact met ‘t groot geheel 

Verklankt op hartvibratie 

Mykey (< Onderweg)

een wade'liefje



Drijvend op de golven
Van de meanderende rivier 

Word ik zacht ontdolven 
Van mijn grief alhier

wat streelt daar voor wonderpracht 
Wat prikkelt, wat bewoog
Wat lonkt er naar mijn zielekracht 

Ontkleedt zich voor mijn oog

Het is een wade’liefje
Dat zich opent naar het licht 

Met een geurig lokmotiefje 
Dat zich op het mooie richt

Op al wat puur is,
Helder, intrinsiek 

Omfloerst met lievernis
Een verleidelijke dynamiek

Oh neem mij mee
Alwaar uw hart me voert 

Naar de helderlichtezee 
Die ieders ziel beroert 


Mykey (< Onderweg)

hij komt, hij komt


Mensen stromen samen 
En vormen dra de zee 
Of turen door de ramen 
Iedereen doet mee

Straatjes die zijn opgesmukt 
Met feest’lijke kledij
Alles lijkt verrukt
En zo ontzettend blij


Hij komt, hij komt, de harmonie 
Dra opent voor ons zijn
De hemelzoete melodie
Van lief en zonneschijn


’t gejoel welt aan 
Razende ruis 
Vuilbrakend’ orkaan 
Oordelend gespuis

Als daar klein en iel 
Voor ons oog marcheert
 Verklankend uit zijn ziel 
Het uk dat intentioneert

Een melodie zo intens schoon 
Heel teer en zacht
Stemt het synchroon
O wonder kracht


Hebben we met ons gejank 
Ons enge woord
de frêle klank
Van harmonie vermoord? 


Mykey (< Onderweg)

je dirigerende kracht


Confronterende gebeurtenissen 
Rijgen zich samen
In een draaikolkige eenheid, 

Bloedrood schreeuwend 
Opborrelend uit
de echo van het verleden 
beukend zoekend
naar je dirigerende kracht 

hieruit iets moois
te boetseren 

Mykey (< Onderweg)

Als je lacht


Als je lacht
dan scheurt de hemel open 

alles wordt zacht
en vrolijk en bezopen
vol dronken liefdesroes
het sappige laven
vervaagt de zorgenblues 

vervult met wondergaven 
het warmt me vol jolijt 
vervoert in toverkracht 
prikkelt vrolijkheid
als je maar naar me lacht 


Mykey (< Onderweg)

Als de nachtwacht voorbij marcheert


Als de nachtwacht voorbij marcheert 
Heel ritmisch in de pas
Met oog voor wat de mens verteert 

Dan spettert ze alras

Ze beroert met tovervingers
dat wat pijn doet, wat verduistert 

als helende liefdelingers
 je ziel ontluistert


Het donker wordt licht
Het grijze gaat kleuren

het zalvende zicht 
opent je deuren

Vijand wordt vriend
En angst wordt vertrouwen 

Het zachte bedient
Het teder ontvouwen


Oorlog wordt vrede
En ziekte gezond
De natuur hoort de bede 

Ze herstelt zich terstond

Als de nachtwacht voorbij marcheert 
Heel ritmisch in de pas
Wordt het duister gekeerd
CO verandert in liefelijk gas 


Mykey (< Onderweg)

Afscheid nemen


Afscheid nemen,

Je geborgen weten in een veilige cocon 
Gesponnen zijde-­‐achtige herinneringen 
de pijn trotserend
gebarsten nest

nooit meer wat het was 
volledige transformatie 
Een nieuw begin 

Mykey (< Onderweg)

Beving



Ik vaar in volle kracht, 
Doelbewust en vakbekwaam 
Met zicht op ego, geld en macht

Jij koerst naar eigen oord 
Op ’t ritme van belangen 
Gewetenloos ontspoort

Hij vlucht zijn eigen route
Op drift door angst, verlangen, 

of zelf ontworpen boete?

Met een vernietigend kabaal 
Komen wij, tektonisch, saam 
Wel 9 punt, op de richterschaal

Epiloog:
Zo mens, zo aarde,
Omgaan in liefde en respect 

als overlevingsvoorwaarde 

Mykey (< Onderweg)

Goede wijn behoeft geen krans



Goede wijn behoeft geen krans 
Al was het voor 't vermijden 
dat zijn glitter en zijn glans 
niemand mag verblijden

Verborgen in zijn duist're kelder 
gehuld in ragfijn stof
af en toe kristalhelder
bezingen van zijn lof


Kijken mag, raken niet
laat staan genieten van z'n dronk
Heeft hij een eeuwigheid in 't verschiet 

in zijn donker kelderhonk

Neen, goede wijn behoeft geen krans 
Alleen zijn hemels degusteren
Het verrijken met zjin glans
Het samen consumeren


Genietend van zijn tintelfrisse streling 
die je tederzachtjes kleurt
Zijn liefdevolle heling
waar alles naar vernieuwing geurt


Laat ons lachen, dansen, zingen 
en warmen aan elkaar
laat ons vooral omringen
door een liefdevol gebaar 


Mykey (< Onderweg)

Verlangend naar het 'zijn'


Hemelszoete klanken
Als een paarsgevoisde melodie 

Vertakken zich tot ranken 
Kleuren zachte fantasie

Zie de muze zich bewegen 
Dartel dansend door mijn lijf 
Vleugelzoete scheppingszege 
Weet met zijn drang geen blijf

En dra ontvouwt zich voor uw ogen 
Een werk zo pijnlijk schoon
Verblindt van schitt’rend mededogen 

De verklanking van een zieletoon

O herkenning ~ wond’re kracht 
In tintelteder schijn
Waar ik mij, zo nietig acht 

Verlangend naar het ‘Zijn’ 


Mykey (< Onderweg)

veraf

je bleke gezicht,
verlicht de ruimte
met de aantrekkingskracht 

van volle maan
bepaal je de getijden
je vult de energiebanen 

vol verdriet
zo wezenloos
en toch zo veraf.

Kon ik je maar bereiken                    


                          Mykey (< Onderweg)

Wil je ...


Wil je m’n klankbord zijn,
Mijn vriend, mijn tovergade,
Mijn glaasje rode wijn
M’n grasland langs de kade
M’n gids, mijn toeverlaat
Mijn brug naar beet’re oorden
Ook al ben ik desperaat
Bespeel me met je woorden
Schilder mij, je kleurenpracht
Van tederfijn vertoeven
De speelse ‘touch’ van dat wat lacht 

Levensvreugd naar elks behoeven 


                                   Mykey (< Onderweg)

Lijk ik gek?


Lijk ik gek, of link
ik details tot nieuw  gegeven 

mijn aard en stapel
letters in eigen rit ~
me waardoor verkeerd 

verstaan. Ik wou alleen
wat tijd en los
te laten  wat me bindt
is jullie lief~
de vol vertrouwen
bouwende heelheid 


                     Mykey (< Onderweg)

je bron


Met een eindeloze blik
Gericht zowel naar buiten als naar binnen 

Zoekend, tastend naar het ik
Al waar het kan beginnen


Vanuit een ongerept gevoel 
Heel puur en zuiver stromend 
Benadert hij de mensenpoel 
Omarmend, teder dromend

Als een woorden-­‐kunstenaar 
Rijgt hij zijn zinnen samen 
Liefdevolle goochelaar
Je geeft de beelden namen


Mijn hele lieve wijze,
Zie je schoonheid diep van binnen, 

Je bron, het zilvergrijze,
Laat het ons, nu maar beminnen 


Mykey (< Onderweg)

Thuis komen



Mijn droom, mijn beeld, mijn ideaal 
Rijst op al voor mijn ogen
Het twinkelt, rinkelt allemaal
Vol vrolijk mededogen 


Het bront en welt
En stroomt, meandert 

Het zoemt en smelt 
En kristallandert

Het speelt en heelt 
En krijgt gestalte 
Het pletst en kweelt 
Muzisch gehalte

Het is er fijn om thuis te komen 
Te groeien bloeien in jezelf
Een ka’ steel om van te dromen 

En liefde rijpt vanzelf. 

Mykey (< Onderweg)

Gouden lint


Een lawinale alles verstikkende draaikolk 
Zich vasthechtend met slijmerige zuignappen 
Slurpend,
roodbulderende bedreiging
Vlammende stilte
Oorverblindend
Oogverdovend
Algenrot
Verpakt met gouden lint 


        Mykey (< Onderweg)

Hartvibratie


Mijn vleugels zachtjes lerend
Eén met ’t ritme van het zijn 
Weefschenkend nieuw creërend 
Een lichtend kleurfestijn

Met pixels ongezien gerievend
V ‘Lonkende navigatie
Spelend, strelend, wentelievend 

Helende hartvibratie 

              Mykey (< Onderweg )

Aanvaarding


Neem me bij je hand, 
En leid me
doorheen
de oerbron

van het zijn
Aanvaarding 
Van de eigen 
Zachte ziel 

         Mykey (< Onderweg )

Liefdevolle eenheid



Hunkerend zoekend
Dolend door mistig omfloerste 

Gedachten
Verdwalend in een
Poel van nietszeggend
Holle herinneringen
Verstild ontwaken 

Meegevoerd in een
Geurig prikkelend lentefrisse 

Golf
Zichzelf ontheffend 

Liefdevolle eenheid 

Mykey (< Onderweg)

Draakkronkelige wegen


Stormend beuken, 
bloedend ballen 
Draakkronkelige wegen 
Leidend naar het niets

Gapende leegte 
Vacuüm zuigend 
Razende ruis 
Mij? 

    Mykey (< Onderweg)

Blauwogige stilte


Angst en onmacht 
ontmoet pijn en verdriet 
ze klusteren tot een
berg borrelende kleuren 

en schreeuwen het uit
de hemel breekt open
en braakt purperrode 

alle verterende golven 
omhullend,
afschermend
het verleden is niet meer 

er rest niets
dan
blauwogige stilte 


Mykey ( < Onderweg )

schuld


Met drooggebarsten lippen 
drink ik gulzig
de zo verleidelijke 

honingzoete schuld

Vol gratie en stijl 
Vleit ze zich een weg 
Doorheen mijn 
Lonkend systeem

Deugdzaam
Nestelt ze zich
in mijn hersenpan
en neemt het roer in handen


Zwoegend, zwiepend, 
Stuwend, Straffend 
Torent ze almachtig, 
Heer en meester

Nederig kniel ik
En onderga, goedmakend 

Uitdrogend
Met drooggebarsten lippen... 


                       Mykey ( < Onderweg)